Categories
nieuws transgender

Cisgender-Hetero Witte Emancipatiemonitor

Sinds het jaar 2000 publiceert het CBS elk jaar de Emancipatormonitor, hierin staan gegevens die verband houden met vrouwenemancipatie. De monitor van het jaar 2022 is net gepubliceerd. Maar waar zijn de LHBTIQ+’ers? En hoe zit het met etniciteit?

In de emancipatiemonitor kunnen we lezen over sekse(on)gelijkheid binnen verschillende onderwerpen, zoals school, inkomen, gezondheid, en veiligheid.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat meisjes in de afgelopen jaren een lager schooladvies kregen dan jongens, en meisjes kozen minder vaak voor exacte vakken. Jonge vrouwen zijn tegenwoordig wel vaker hoogopgeleid dan jonge mannen. Vrouwen werken vaker in deeltijd dan mannen, maar nemen ook veel meer zorgtaken op zich. Vrouwen verdienen bovendien een stuk minder dan mannen, ook wanneer er wordt gecontroleerd voor de functie waarin mensen werken.

Meisjes en vrouwen rapporteren vaker fysieke en psychische gezondheidsklachten dan mannen, ze zijn vaker angstig, depressief of gestrest. Wel leven vrouwen langer dan mannen, onder andere omdat ze minder roken en drinken.

Mannen en vrouwen krijgen te maken met geweld, mannen iets meer dan vrouwen. De aard van het geweld verschilt sterk tussen mannen en vrouwen. Vrouwen krijgen veel meer te maken met seksueel geweld, terwijl mannen vaker bedreigd en mishandeld worden (zie Tabel). De daders van geweldsdelicten zijn bij vrouwen vaker een bekende, en vrouwen hebben meer te maken met huiselijk geweld. Mannen worden vaker vermoord dan vrouwen, maar vrouwen worden vooral vaak door hun partner om het leven gebracht, bij mannen is de dader meestal een vriend of kennis, of gaat het om een afrekening in het criminele circuit.

MannenVrouwen
Slachtoffers totaal5,4%5,0%
Bedreiging4,8%3,2%
Mishandeling1,2%0,8%
Seksuele delicten0,3%1,9%
Slachtofferschap geweldsdelicten 2021 via Statline.

Vrouwen werken vaker in beroepen waarin ze te maken krijgen met intimidatie en geweld, zoals in de zorg en het maatschappelijk werk. Zij hebben mede daardoor vaker te maken met geweld van klanten en patiënten. Vrouwen worden daarnaast vaker seksueel geïntimideerd en gestalkt.

Maar waar zijn de LHBTIQ+’ers?

Opvallend en betreurenswaardig is dat in de emancipatormonitor geen aandacht is voor LHBTIQ+’ers. Dit terwijl we uit ander onderzoek bijvoorbeeld weten dat 43%(!) van de trans personen jaarlijks te maken krijgt met geweld.

In de zomer werd wel een LHBT-monitor gepubliceerd door het SCP, uit dit rapport blijkt dat ook lesbiennes, homo’s en biseksuelen vaker te maken hebben met geweld dan hetero’s. Ze zijn vooral vaker slachtoffer van seksueel geweld, en dit geldt in het bijzonder voor biseksuele vrouwen. Over intersekse, non-binaire en trans personen was veel minder data beschikbaar, waardoor uitspraken over hen ook in dit rapport beperkt waren. Over zaken als arbeidsparticipatie, studie- en beroepskeuze onder LHBTIQ+’ers kunnen we in de rapporten van het CBS en het SCP vrijwel niks lezen.

Deze week werd nog een emancipatierapport gepubliceerd, door I&O Research (in opdracht van de Volkskrant). Dit rapport ging niet over gezondheid en geweld, maar was gericht op attituden ten opzichte van werk, financiële afhankelijkheid, (on)gelijkheid en feminisme. In dit rapport was er wel een beetje aandacht voor homo’s, lesbiennes, en non-binaire personen. Zo blijkt dat vrouwen die met een vrouw samenwonen vaker fulltime werken dan vrouwen die met een man samenwonen. Verder ging was de aandacht voor niet-hetero’s vooral in het kader van de vrijheid die mensen voelen om uiting te geven aan hun geaardheid en over rolpatronen. Maar door het lage aantal deelnemers in deze categorieën, was ook hier de aandacht vrij minimaal. Trans en intersekse personen ontbraken opnieuw volledig.

Hoe kunnen we vanuit onze rol als ouder, onderwijsprofessional, collega, onderzoeker (enz.) bijdragen aan de emancipatie van LHBTIQ+’ers, terwijl zij in onderzoek niet worden belicht? En hoe kunnen wij als LHBTIQ+’er emanciperen als onze positie niet onderzocht wordt? Kennis is nodig om een gelijkere samenleving te bereiken.

Etniciteit

Ook voor etniciteit (of herkomst/migratieachtergrond) was vaak maar weinig aandacht aandacht. In de emancipatiemonitor van het CBS was in sommige hoofdstukken een beetje aandacht voor herkomst, maar niet consequent op elk thema. Zo staat er in het hoofdstuk over gezondheid alleen iets specifieks over herkomst in de context van alleenstaand moederschap. Verderop wordt wel genoemd dat vrouwen met een Surinaamse of Indonesische achtergrond vaker fulltime werken dan andere vrouwen, maar niet hoe het zit met de salarissen van vrouwen (en mannen) met een migratieachtergrond. Of zij eerlijk beloond worden valt uit dit rapport niet op te maken. In het hoofdstuk over geweld en veiligheid wordt slechts in één bijzin genoemd dat mensen met een tweede generatie migratieachtergrond vaker slachtoffer zijn van geweldsdelicten. Details over bijvoorbeeld seksueel geweld worden niet gedeeld. In het rapport van I&O-research geldt dat mensen met een migratie-achtergrond alleen expliciet worden uitgelicht bij (stellingen over) de werkverdeling van mannen en vrouwen. Opvallend hierbij is dat I&O Research gebruik maakt van de termen ‘autochtoon’ en ‘niet westerse-migrant’, terwijl die termen eerder dit jaar definitief aan de kant zijn gezet door het CBS. In de LHBT-monitor van het SCP was überhaupt geen aandacht voor etniciteit.

Opnieuw geldt dat het opvallend en betreurenswaardig is dat deze groepen onderbelicht blijven. Uit allerlei andere onderzoeken weten we dat herkomst ertoe doet in de context van emancipatie. Hierover kunnen dan ook dezelfde soort vragen worden gesteld als die ik hierboven schreef. Hoe kunnen we strijden voor de emancipatie van mensen uit specifieke etnische groepen, wanneer we over hun positie niet voldoende weten?

De intersecties tussen geslacht, genderidentiteit, geaardheid, en etniciteit zijn volledig buiten beeld gebleven. Ook andere aspecten die een grote rol spelen bij het streven naar een volwaardige rol in de maatschappij, zoals neurodiversiteit en het hebben van een handicap, worden niet of nauwelijks benoemd. Ik vermoed dat er allerlei praktische redenen zijn waarom de posities van LHBTIQ+’ers, mensen met een migratieachtergrond, en andere mensen uit gemarginaliseerde groepen onderbelicht blijven. Dit is ook in mijn eigen onderzoek zo geweest in de afgelopen jaren. Ik hoop dat het CBS, SCP, I&O Research en andere onderzoeksorganen zich wel inzetten om dit in komende onderzoeken en rapportages te verbeteren. Ik beloof in ieder geval dat ik dat zal doen.

Veel dank aan Petra, dankzij haar tweets over de emancipatiemonitor van het CBS heb ik dit stuk geschreven.